Grafisch Atelier - Bosch Grafisch Souvenir - 1 november 2015
Grafisch Atelier - Bosch Grafisch Souvenir - 1 november 2015
Aan de expositie Bosch Grafisch Souvenir zijn twee prijzen verbonden, die voor het grafisch werk werd door de jury toegekend aan Marieke Peters (zie ook de expositie in het JBZ) met het werk Hide and Seek, omdat de symboliek en de angsten uit het werk van Jeroen Bosch hier in samen komen. Het souvenir Jheronimus brandt, van Laura Hoek (expositie bij Vennix), kreeg ook een prijs toegekend. De nieuwe Jheronimus-toren uit het Paleiskwartier stond model voor zowel haar grafisch werk als voor haar drie-dimensionele toren in kaarsvorm die als in een stadsbrand van Bosch kan verdwijnen. Een thema dat ze met andere bekende Bossche gebouwen en munumenten uitwerkte in haar grafiek en souvenirs tot aan neptatoeages toe.
Een aantal scholen maakte in de werkplaats van het Grafisch atelier ook grafiek, waarbij de leerlingen en studenten experimenteerden met allerlei technieken. Op zondag 15 november wordt de Jeugd Grafiekprijs uitgereikt om 15 uur.
Matteo Mijderwijk gaf een kort voorproefje van zijn optreden op november music.
De Grafiekkalender 2016 was ook te bekijken.
info www.gadenbosch.nl, het Grafisch Atelier wordt door bezuigingen bedreigd in zijn voortbestaan.
©2015 Gerard Monté
Bij de opening hield oud-academiedirecteur Alex de Vries een toespraak, hieronder zijn tekst:
Het belang van grafiek
Bosch Grafisch Souvenir
De stille kracht van de beeldende kunst is de grafiek. Het
wordt tijd dat die kracht eens losbarst. Altijd neemt de
grafische kunst een bescheiden, ondergeschikte positie in ten
opzichte van de luidruchtige en onmiddellijk zichtbare
ontwikkelingen in de cultuur, terwijl het vaak juist de
grafiek is waar tersluiks en onzichtbaar wordt
geëxperimenteerd met vorm, kleur, uitdrukking, formaat,
verhouding, betekenis, dimensie en bereik, wat altijd aan die
opmerkelijke gebeurtenissen vooraf gaat. Gaat het te ver om te
zeggen dat de eerste visuele gewaarwording een grafische
ervaring was? Is de eerste kunstzinnige ervaring niet het
waarnemen van een afdruk, een spoor van jezelf, een voetafdruk
in de grond, een handafdruk op een wand? Grafiek als een
handschriftelijke uitdrukking die zichtbaar blijft, is de
oorsprong van de beeldende kunst. Ook als je klei oppakt om
een beeld te vormen is dat in beginsel een grafische
handeling. Als je hakt in een steen, krast met een pen, wrijft
met je hand; het grafische gebaar ligt altijd ten grondslag
aan de beeldende kunst. De vanzelfsprekendheid ervan is zo
natuurlijk dat die als overbodig wordt gezien. Pas als je
eraan voorbij gaat, ontdek je de noodzakelijkheid ervan.
Grafische technieken zijn de meest democratische
uitdrukkingsmiddelen die je als kunstenaar kunt gebruiken. Je
ontdoet het kunstwerk ermee van zijn eenmaligheid, zonder de
uitdrukkingskracht ervan te ondermijnen; je vermeerdert die
alleen maar. Je vergroot de beschikbaarheid ervan met de
mogelijkheid om iedere afdruk toch een persoonlijk karakter te
geven. Wie voor het eerst in een grafisch werkplaats komt en
een eerste afdruk van bijvoorbeeld een ets onder de pers
vandaan ziet komen, zal worden getroffen door de kwetsbare
kwaliteit ervan. Alle volgende afdrukken van die ets zijn daar
de bevestiging van, totdat de etsplaat sleets raakt en de
afdruk aan zeggingskracht inboet en weer opgewerkt moet
worden, totdat het niet meer gaat. Die beperking is een
waarborg voor de kunstzinnige identiteit van de grafiek.
Grafiekwerkplaatsen zijn onmisbare basale en collectieve
voorzieningen in de wereld van de beeldende kunst.
Kunstenaars die zich individueel de investering voor grafische
apparatuur niet kunnen veroorloven, maken gebruik van deze
gezamenlijke voorzieningen die grotendeels door vrijwilligers
en liefhebbers worden onderhouden. Ze verzorgen instructies en
introduceren nieuwelingen in deze techniek door ze de
consequenties van de opeenvolgende stappen in het grafische
kunstwerk in te laten zien. De kunstenaars experimenteren
ermee en breiden de mogelijkheden uit. Grafiek is de research
& development afdeling van de beeldende kunst en heeft een
belangwekkende output die voor iedereen bereikbaar is, van de
beginnende kunstverzamelaar tot de meest gerenommeerde museale
instelling. De grafische werkplaatsen worden te weinig op
waarde geschat, omdat ze vooral als een facilitaire apparaat
worden gezien, terwijl het de laboratoria van de kunstzinnige
verbeelding zijn. Je leert er het beeld te analyseren en op te
bouwen, te ontleden en samen te stellen, om te draaien, op
zijn kop te zetten, te vergroten en te verkleinen, te delen en
te vermenigvuldigen.
Waarom is de positie van de grafiek dan zo in gevaar? Waarom
is er in de infrastructuur van de kunst zo weinig financiële
ondersteuning? Dat komt omdat de zichtbare resultaten weinig
spectaculair zijn in de zin van de eigentijdse
spektakelcultuur. Grafiek bekijk je nog altijd het best
binnenskamers en op de hand. Een grafiekfestival zou dan ook
een contradictio in terminis zijn. Desalniettemin ís de
tentoonstelling ‘Bosch Grafisch Souvenir’ een grafiekfeest,
een grafisch festival. Het Grafisch Atelier Den Bosch toont
ermee aan dat het een beeldende uitdrukkingsvorm is die in
alle rijkdom en variatie door iedere kunstenaar kan worden
beoefend en gewaardeerd en die binnen het onderwijs en de
educatie een uitzonderlijke rol speelt in het ontwikkelen van
begrip voor de betekenis van het beeld en het teken. Niet voor
niets heeft het Grafisch Atelier drie scholen – Het Hooghuis
Lyceum uit Oss, het Pierson College uit ‘s-Hertogenbosch en
SintLucas uit Boxtel - uitgenodigd deel te nemen aan dit
project en met verrassende resultaten. Als het beeld een teken
is, heeft het betekenis.
Dat de kunst zin heeft wordt door de grafiek als geen ander
aangetoond en als dit fundament voor de beeldende kunst wordt
ondermijnd stort op termijn het hele gebouw in elkaar. Het is
van belang dat de grafische werkplaatsen die er nog in
Nederland zijn door gemeentes met een ruimhartige
basisfinanciering worden gesteund en dat fondsen projecten
mogelijk maken en dat sponsoren investeren in de verspreiding
van de resultaten die de ateliers presenteren. Bij ‘Bosch
Grafisch Souvenir’ vervullen de gemeente ’s-Hertogenbosch, het
Prins Bernhard Cultuurfonds en het Hermes Netwerk die
functies.
Aan Bosch Grafisch Souvenir doen 35 kunstenaars mee. Steeds
hebben door het Grafisch Atelier uitgenodigde kunstenaars een
andere, jongere kunstenaar voor deelname voorgedragen. Wie
denkt dat zo’n constructie een even aantal kunstenaars moet
opleveren, heeft gelijk, maar door persoonlijke omstandigheden
heeft kunstenaar Thijs Jager helaas geen bijdrage kunnen
leveren, maar wel Lobke van Aar, Frances Alleblas, Hans
Andringa, Lieke Arens, Paul Bogaert, Anke van den Brink,
Marieke Coenen, Arjan van Egdom, Peter Franssen, Fred Geven,
Laura Hoek, Hella van ’t Hof, Kim Hospers, Florence Husen,
Kitling Jordens, Maria Kapteijns, Laura Karsmakers, Emmy van
Lamoen, Nina Lathouwers, Vanessa Obinu, Inez Odijk, Jos de
l’Orme, Marieke Peters, Alexia Pnevmatikos, Henning
Rosenbrock, Henny Schakenraad, Annika Syrjämäki, Bianca
Tangande, Lea Theunissen, Zoubida Tulkens, Helma Veugen,
Reggie Voigtländer, Hans Wap, Raoul Wilke en Marthe Zink.
Juist bij zo’n omvangrijke groepstentoonstelling is het
noodzakelijk alle kunstenaars te noemen.
Aanleiding voor dit project is het Jeroen Bosch jaar dat op
stapel staat en dat onder de titel JB500 in 2016 de 500ste
sterfdag van deze kunstenaar herdenkt. Als geen ander wist
Jeroen Bosch uitdrukking te geven aan de bekoringen en
verzoekingen van het aardse leven verbeeld door de hemelse en
helse verrukkingen. Hij schetste daarmee een metaforisch
wereldbeeld waar we ons voornamelijk dank zij hem nu een
voorstelling van kunnen maken dat tegelijkertijd verontrustend
en verleidelijk is. De uiterste detaillering van een aan pure
verbeelding ontsproten fantasiewereld dat droom en nachtmerrie
ineen is, heeft de beschouwer ervan van begin af gefascineerd.
Zijn beeldtaal is niet zozeer uitzonderlijk, want er waren tal
van andere kunstenaars die soortgelijke hybride fantasiewezens
schilderden, als wel bandeloos, want er is geen ander die in
een almaar uitdijende detaillering zo’n wezenlijk
schilderkunstig universum aan onvoorstelbare taferelen in
contrast met het alledaagse en platvloerse heeft geschapen als
hij. Jeroen Bosch is een kunstenaar die je kunt bewonderen en
verguizen, maar aan wie je je niet kunt meten. Je kunt je
nooit op een voet van gelijkwaardigheid met hem verhouden. Hij
heeft schilderijen tot stand gebracht die blijk geven van een
universele menselijkheid aan kracht en zwakte die elkaar als
communicerende vaten beïnvloeden. Ondanks beestachtige
trivialiteiten gaat er van zijn werk een uiterste
vergeestelijking uit. Die aspecten van zijn kunstenaarschap
hebben de deelnemers aan ‘Bosch Grafisch Souvenir’ op allerlei
manieren beïnvloed. We zien het woud dat spreekt en het veld
dat ziet, de wereld onder een glazen stolp, doormidden
gesneden, het hemelgewelf gehalveerd, brandende torens en
monumenten, eindeloze zinderende kleurstalen, dierenhuiden,
vogels, vissen, doedelzakken, trechters, een vleesfontein,
rondzwervende vingers, vage vlekjes, muiltjes, schoenen,
klompen, schone zielen, wakken en lepels in etsen,
zeefdrukken, lino’s, houtsneden, stempels, drukplaten, foto’s,
films en prints. De prenten die de kunstenaars hebben gemaakt,
krijgen daarnaast een equivalent in souvenirs als een
kalender, sleutelhanger, reislampje, shawl, vazen, broches,
speldjes, hangers, kruidenpotjes, zaadjes en tasjes, presse-
papiers, een kwartetspel , koelkastklevers en plaktatoeages,
naast grafische afgeleiden van de prenten zelf die als
miniaturen de functies van gedenkteken of herinneringsbeeld
vervullen
‘Bosch Grafisch Souvenir’ is een tentoonstelling die je
overstelpt. Je wordt meervoudig door duizelingwekkende grafiek
bevangen. Het bewijst dat je niet bang hoeft te zijn. Er is
toch niets dat helpt. Kijk je ogen uit in het spiegelbeeld van je verlangen.
Alex de Vries